Door op 15 juni 2016

Bijdrage PvdA fractie 1e termijn voorjaarsnota

Bijdrage PvdA-fractie eerste termijn Voorjaarsnota 2016

De eerste indruk van de voorjaarsnota is voor de PvdA positief. Niet alleen lijkt de financiële positie van de gemeente redelijk, maar het college heeft op veel terreinen goede stappen gezet. Dat geldt vooral voor de uitvoering van het collegeprogramma.
Maar op het moment van schrijven van deze reactie zijn de gevolgen van de laatste circulaire van het Rijk nog niet beschikbaar en dat veroorzaakt weer eens onzekerheid.
Al jarenlang is het voeren van een meerjarig solide financieel beleid in feite voor gemeenten onmogelijk. We zijn te zeer afhankelijk van de financiële bijdrage die het rijk beschikbaar stelt. Mocht bijvoorbeeld de meicirculaire tegenvallers bevatten dan is het nu redelijk ogende perspectief voor de komende jaren misschien wel in één keer teniet gedaan. Daarbij komt dat de ervaringen met de nieuwe taken in het Sociaal Domein nog niet zo zijn uitgekristalliseerd dat we goed kunnen inschatten wat nu de feitelijke gevolgen zijn voor de financiën van de gemeente. En ook hier speelt het beleid van het Rijk ons weer parten.
Na een overzicht van de financiële situatie van de gemeente geeft het college bij de actuele ontwikkelingen een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het bestuursprogramma. In de lokale pers werd die opsomming met enige scepsis ontvangen. De vergelijking werd gemaakt met lokale ondernemers die zich over hun prestaties in het openbaar ook niet op die manier uitlieten.
De PvdA fractie heeft daar met enige verbazing kennis van genomen. Immers, die lokale ondernemer werkt niet met geld van de belastingbetaler en hoeft daarvoor publiekelijk geen verantwoording af te leggen. Waarschijnlijk doet die ondernemer dat ook liever niet in verband met concurrentieoverwegingen. Nee, wat ons betreft mag en moet het college een overzicht bieden van datgene wat is gerealiseerd en kan worden aangepakt.
Dat overzicht stemt tot tevredenheid. In een fors aantal gevallen is het college erin geslaagd zaken in beweging te brengen die lang hebben vastgezeten. Wat ons betreft verdient het college daarvoor waardering. Het college toont op een aantal onderdelen nadrukkelijk ambitie en dat is te prijzen.
En daarnaast is vooral de tot nu toe behoorlijk goed verlopende uitvoering van de nieuwe taken op het Sociaal Domein een stevig compliment waard.

Maar voor datzelfde Sociaal Domein past een waarschuwing. We zijn er nog niet. Daarom is het goed dat we de bedragen voor de uitvoering op dit terrein apart houden. Dat die reserve inmiddels een omvang heeft bereikt van 2,7 miljoen mag veel lijken maar de risico’s zijn fors. Zo moet op de uitvoering van de Participatiewet een stevig bedrag worden bijgelegd.
En mocht blijken dat uiteindelijk het bij de uitvoering van deze taken structureel geld overblijft dan vinden wij dat de gemeenteraad zich opnieuw moeten afvragen wat het niveau van de voorzieningen dient te zijn en welke eigen bijdrage daarvoor wordt gevraagd. Het gaat hier in veel gevallen om kwetsbare inwoners die de zorg van de gemeente hard nodig hebben.

Maar we moeten ook vaststellen door een aantal andere, belangrijke beleidsterreinen het college voor ons gevoel te weinig ambitie aan de dag legt.
Voor ons springt daarbij het vrijwel afwezig zijn van ambitie met betrekking tot de belangrijke opgave van statushouders en vluchtelingen er uit. Ergens in een bijzin over de besteding van de middelen (die door het COA voor de tijdelijke opvang van vluchtelingen en Veenhuizen beschikbaar zijn gesteld) meldt het college dat het geld deels gebruikt gaat worden voor een beleidsmatige aanpak van het vraagstuk vluchtelingen en statushouders. In het voorjaar van 2017 loopt de afspraak met datzelfde COA voor de opvang in Veenhuizen af. Gezien de opmerkingen van de staatssecretaris is het voor de hand liggend dat daarna ook een beroep zal worden gedaan op Noordenveld. Wat ons betreft dringt de tijd om daarop een adequaat antwoord en standpunt te formuleren. Van ervaringen elders weten we dat dit een onderwerp is dat gemakkelijk tot stevige maatschappelijke discussie leidt. We verwachten van het college daarin een heldere koers waarin voorop staat dat we onze verantwoordelijkheid als gemeente niet uit de weg gaan.
De opvang van statushouders hangt daarmee onmiddellijk samen. En dat is niet los te zien van de problematiek rond de sociale huisvesting in onze gemeente. Op dat punt vinden we dat het college echt te weinig ambitie aan de dag legt. In de hierboven al genoemde lijst van bereikte resultaten wordt de bouw van sociale huurwoningen aan de Koerskamp vermeld, maar dat is natuurlijk geen toevoeging maar slechts de vervanging van al veel eerder afgebroken huurwoningen.
Het lijkt erop dat het college zich verschuilt achter de nota van het bureau Companen en min of meer slaafs de corporaties volgt. Die corporaties geven in onze ogen vooral niet thuis, waarbij zij zich op hun beurt verschuilen achter maatregelen van het Rijk. Ook landelijk begint inmiddels het besef door te dringen dat we wat dit onderwerp betreft op de verkeerde weg zijn. De voorraad aan sociale huurwoningen neemt af, terwijl de vraag, ook door de opvang van statushouders, toeneemt. In onze gemeente speelt ook nog de problematiek van de bewoning van recreatiewoningen door mensen die in feite op zoek zijn naar sociale huurwoningen.
We verzoeken het college om een heldere reactie met betrekking tot de zorgen van de PvdA-fractie op dit punt, waaruit ondubbelzinnig blijkt dat het college deze problemen serieus neemt en zich ten volle inzet om daar wat aan te doen. Het gaat ook hier in veel gevallen om kwetsbare inwoners van onze gemeente. Zij verdienen dat de gemeente zich hun problemen aantrekt en probeert daar oplossingen voor aan te dragen. Wij geven voorrang aan dit soort zaken boven -op zich ook mooie- ambities op andere terreinen, maar die in onze ogen minder urgent zijn.
Positief op dit beleidsterrein is de belangstelling voor startersleningen. De voorstellen die u doet wat dit betreft steunen wij van harte.

En ook over duurzaamheid is dit wel een wat magere voorjaarsnota. Het fonds is ingesteld –moeten we de dotatie na de meevallende resultaten van 2015 niet terugbrengen tot het oorspronkelijke bedrag, college?- maar er is nog veel meer te doen. Zo is daar het plan voor zonneweides en de inkoop van meer groene energie. Aanpakken, zouden we zeggen.

Over de ambities merken we ook nog het volgende op. Deze voorjaarsnota bevat voorstellen van het college voor het beschikbaar stellen van een aantal bedragen zonder dat daarvoor een concreet plan is opgesteld. We noemen het plan voor het instellen van een breedbandfonds, de –niet directe noodzakelijke- cofinanciering voor een bijdrage van de provincie rond leefbaarheid, de uitvoering van verkeersmaatregelen en het plan om van Noordenveld dé fietsgemeente van Drenthe te maken.
De onderbouwing voor die bedragen ervaren wij als summier. Het college zet in een lange brief uiteen welke problemen men mogelijk tegenkomt bij de aanleg van glasvezel in het buitengebied, maar echt concreet is dat niet. Voor de andere onderwerpen meldt u dat u nog komt met een uitvoeringsplan of programma. Een mooie notitie over fietsen –in vormgeving en inhoud- is niet erg concreet. Wel een fors bedrag en via een zijpad wordt voor ATB-routes er ook nog een behoorlijk bedrag ingefietst.
Op deze manier doet het college de kaderstellende en controlerende rol van de raad ernstig tekort. U zegt in feite: stel het geld nu maar beschikbaar en dan komen we later bij u langs met een plan waarin we gaan uitleggen wat we gaan doen. Waarom die volgorde wordt gekozen is onze fractie niet duidelijk.
De bedragen moeten veelal uit de algemene reserve komen en daarover kan de raad twee keer per maand een besluit nemen. Dus als u komt met een plan in oktober kan de raad, als zij overtuigd is van de noodzaak ervan, twee weken later de middelen ter beschikking stellen. Onze fractie is benieuwd naar uw argumentatie voor de door u voorgestelde aanpak.

Het college geeft in de voorjaarsnota een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot Noordenveld in Balans. Onze conclusie is dat hiermee het project in feite via de zijdeur wordt afgevoerd. De aangedragen suggesties voor bezuinigingen blijken niet uitvoerbaar en het college vervangt de taakstellende bedragen door andere bezuinigingen. Onze fractie had eerder gewaarschuwd voor een dergelijk project. Er worden gemakkelijk verwachtingen gewekt die niet waar kunnen worden gemaakt en het overzicht voor inwoners van de totale gemeentelijke uitgaven ontbreekt veelal.
Het college vervangt de eerdere bedragen voor een aantal taakstellende opdrachten die maar heel summier worden toegelicht. De daarbij genoemde cijfers (pagina 33 en 34) leveren niet het bedrag op dat het college zelf opneemt als structurele dekking. Zo wordt er gesproken over de kosten van het CJG zonder verdere toelichting. Dat moet een bezuiniging zijn maar het bedrag waar het hier om gaat wordt niet duidelijk. Voor ons is de vraag of dit niet in strijd is met onze afspraak om de middelen voor het sociaal domein daarvoor beschikbaar te houden. Graag horen we van het college hoe het precies zit.

We maken ons zorgen over de uitvoering van het IHP. Niet over de situatie in Norg, waar duidelijk is dat de raad de ambitie van het college niet deelt, maar de financiële ruimte die al dan niet beschikbaar is voor de drie andere scholen. Geld voor een onderzoek daarvoor is wat ons betreft uitstekend maar hoe denkt het college de investering te gaan bekostigen? Volgens ons kan dat niet uit de vrijvallende kapitaallasten.
We horen graag hoe het college daarmee denkt om te gaan. En waar voor Nietap en De Marke het onderzoek, vooral voor de locatie, wel eens wat langer kan duren, is dat wat Veenhuizen betreft niet het geval. Daar zou haast kunnen worden gemaakt, ook als stimulans voor de nieuwe samenwerkingsschool en het draagvlak daarvoor in het dorp.

Dan de verhoging van de OZB. De uitgaven op 0%, de OZB op 2%. Dat rijmt niet echt met elkaar. De personeelslasten zitten, zo bleek bij de speeddate, in de meerjarenramingen. En als de energielasten stijgen met 1% dan zou dat bedrag wellicht nog te verdedigen zijn. Hoe kijk het college daar tegenaan? En wat betekent dat voor het perspectief en de begroting?

De medewerkers gaan over naar een individueel keuzebudget en krijgen in 2016 of 2017 daardoor negentien maanden vakantiegeld. (pag. 39) Daardoor stijgt het inkomen, wat zeker voor de laagstbetaalden gevolgen kan hebben (zorgtoeslag, huurtoeslag). Wordt daar wat aan gedaan als mensen zo in de problemen komen? Bij de speeddate kon daarop geen antwoord worden gegeven. Kan het college ons de verzekering geven dat zo nodig daarvoor maatwerk wordt geleverd om te voorkomen dat mensen in de problemen komen?

Het Molenduinbad vraagt een forse financiële injectie. We zijn daarover bijgepraat op een informatieavond, waaraan we een wat dubbel gevoel overhielden. Het bad gaat ons aan het hart, maar we kregen een beetje de indruk, ook door de persberichten, dat we eigenlijk “konden tekenen bij het kruisje”.
De suggesties die door raadsleden werden aangedragen voor het verwerven van eigen middelen (sponsoring bijv.) werden wel wat gemakkelijk afgedaan. Het is natuurlijk een volwaardig professioneel bad, maar draagvlak uit de lokale samenleving, bijvoorbeeld via sponsorwerving vinden we ook belangrijk. En we maken de kanttekening dat deze uitgave niet ten koste mag gaan van het bad in Roden. Gelijke monniken, gelijke kappen.

Als laatste punt een enkele opmerking over de BOR. Nu extra geld voor wegen is niet onze eerste prioriteit, maar echte knelpunten moeten wel worden aangepakt. Maar dan wel op basis van een objectieve beschouwing, waarbij tekortschietende veiligheid natuurlijk het zwaarst mag wegen. Of dat nu werkelijk het geval is horen we graag van het college.

Afrondend: Waardering voor datgene wat al tot stand is gebracht, voorzichtigheid bij alle financiële onduidelijkheden, meer ambitie rond maatschappelijke opgaves en eerst plannen, dan geld.
Dank voor de inzet van college en organisatie bij de voorbereiding van deze voorjaarsnota.

De PvdA-fractie wacht met belangstelling de reactie van het college en de andere fracties af en verheugt zich op een inspirerend debat op 27 juni.

Een, Norg, Roden, 14 juni 2016.

1